
Jurisprudentie
AZ4716
Datum uitspraak2006-11-29
Datum gepubliceerd2006-12-21
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
ZaaknummersVI 13/06
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-12-21
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
ZaaknummersVI 13/06
Statusgepubliceerd
Indicatie
Zaak wordt voor onbepaalde tijd aangehouden. Met de raadsvrouw is het hof van oordeel dat het wenselijk is meer informatie te verkrijgen omtrent het verloop van de thans lopende strafzaak tegen veroordeelde. Hierbij heeft het hof in aanmerking genomen dat de veroordeelde pas recent tegenover de politie en thans ter zitting van het hof enige opening van zaken geeft over hetgeen hem wordt verweten. Het hof heropent derhalve het onderzoek en bepaalt, dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden totdat de rechtbank Rotterdam in het kader van de nieuwe strafzaak vonnis heeft gewezen.
Uitspraak
VI-nummer: 13/06
Uitspraak: 29 november 2006
Gerechtshof te Arnhem
Kamer als bedoeld in artikel 67 van de wet op de rechterlijke organisatie.
Het hof heeft te beslissen op de op 29 augustus 2006 ingekomen vordering van de advocaat-generaal te Den Haag, van 25 augustus 2006, strekkende tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling van:
[VEROORDEELDE],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Het hof heeft ter openbare terechtzitting van 15 november 2006 gehoord de veroordeelde en de raadsvrouw van veroordeelde, mr V.A. Vreeling, advocaat te Amsterdam, alsmede de advocaat-generaal bij dit hof, die heeft geconcludeerd de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling geheel toe te wijzen.
Overwegingen
De vordering strekt ertoe dat de vervroegde invrijheidstelling met betrekking tot de bij arrest van 19 december 2002 van het gerechtshof te Den Haag opgelegde gevangenisstraf van acht jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, achterwege zal blijven.
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting primair verzocht de zaak aan te houden teneinde op de uitkomst in de strafzaak tegen veroordeelde te wachten.
Met de raadsvrouw is het hof van oordeel dat het wenselijk is meer informatie te verkrijgen omtrent het verloop van de thans lopende strafzaak tegen veroordeelde. Hierbij heeft het hof in aanmerking genomen dat de veroordeelde pas recent tegenover de politie en thans ter zitting van het hof enige opening van zaken geeft over hetgeen hem wordt verweten.
Het hof heropent derhalve het onderzoek en bepaalt, dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden totdat de rechtbank Rotterdam in het kader van de nieuwe strafzaak vonnis heeft gewezen. De advocaat-generaal wordt verzocht de vordering na ommekomst van het bovenstaande weer op zitting aan te brengen.
Toegepaste wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 15a en 15b en 15c van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
Het hof:
-heropent het onderzoek;
-bepaalt, dat de behandeling van de zaak voor onbepaalde tijd wordt aangehouden, totdat de rechtbank Rotterdam in het kader van de nieuwe strafzaak vonnis heeft gewezen;
-verzoekt de advocaat-generaal de vordering na ommekomst van het bovenstaande in overleg met de voorzitter weer op zitting aan te brengen;
-beveelt de oproeping van veroordeelde tegen de nog nader te bepalen terechtzitting en met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van veroordeelde.
Aldus gewezen door:
mr P.C. Vegter, voorzitter
mrs J.M.J. Denie en H.G.W. Stikkelbroeck, raadsheren
in tegenwoordigheid van mr N.M.H. van Ek, griffier
en op 29 november 2006 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

